Hoeveelheid slaap
Slaapduur is de tijd tussen in slaap vallen en wakker worden. Je gaat bijvoorbeeld om 21.51 uur naar bed en valt om 22.00 uur in slaap. Als je om 6.00 uur 's morgens wakker wordt, bedraagt je slaapduur 8 uur.
Een langere slaapduur betekent echter niet automatisch een betere slaapkwaliteit. Daarom is het nuttig om bij te houden hoeveel tijd je daadwerkelijk slaapt (slaapduur minus onderbrekingen).
Als je slaapduur 8 uur was (de tijd tussen in slaap vallen en wakker worden), maar je 's nachts 59 minuten lang lag te woelen en draaien, bedroeg je echte slaapduur 7 uur en 1 minuut.
Onderbrekingen op zich zijn echter geen teken dat je slecht geslapen hebt; bij de meesten van ons komen verschillende korte en lange onderbrekingen voor tijdens een normale nachtrust.
Slaapkwaliteit
Slaapcontinuïteit is een meting die de kwaliteit van je slaap aangeeft. Als je slaap voornamelijk ononderbroken was, zul je je de volgende dag waarschijnlijk meer uitgerust voelen dan na een nacht waarin je slaap gefragmenteerd was.
Er zijn geen absolute cijfers die aangeven wat een objectief goede meting van slaapcontinuïteit zou kunnen zijn. In plaats van je slaappatroon te vergelijken met dat van iemand anders, kun je het beste een paar weken lang je slaap registreren en uitvinden wat jouw basislijn is – en dan je hoogste en laagste waarden vergelijken met wat normaal voor jou is.
Je kunt ook de slaapcycli (lichte, diepe en REM-slaap) volgen die je lichaam doorloopt wanneer je slaapt en zien hoe lang elke slaapfase duurde.